Polarstern / CAML expeditie: een ijzige dag ...
Wit boven ons, wit onder ons, vastgelopen in het ijs ...© IPF / ALFRED WEGENER INSTITUT / G. CHAPELLE
© International Polar Foundation
8 en 9 januari: de Kaapse stormvogels hebben ons verlaten, maar de sneeuwstormvogels en de keizerpinguïns zijn er weer. Er zijn minder ijsbergen, maar het pakijs wordt steeds dichter. En op het einde van de namiddag naderen we een enorme ijsschots.
We vorderen slechts langzaam, maar de kapitein is er gerust in. Vooral wanneer een verkenningsvlucht met de helikopter en satellietkaarten van het ijs bevestigen dat er 15 mijl open zee voor ons ligt. Maar de volgende dag ploetert de Polarstern langzaam verder, dit keer is de zichtbaarheid zo beperkt dat we geen verkenningsvlucht kunnen maken.
We vorderen nu extreem langzaam. Na elke halte in het ijs, stoomt het schip ongeveer 500m achteruit en dan snel vooruit om met een snelheid van 5 tot 6 knopen op het ijs af te stevenen. Dat opent de weg voor 100 tot 150m (soms minder) en dan zitten we opnieuw vast. De wind en de stromingen duwen het ijs tegen het schiereiland en de dikke sneeuwlaag op het pakijs remt de Polarstern af. De wetenschappers worden ongeduldig, ze kijken vol spanning uit naar de Larsen B-zone waar ze hun onderzoeksprogramma kunnen voortzetten.
10 januari: teleurstelling bij het ontwaken: de Polarstern zit nog steeds vast in het ijs en vordert langzamer dan ooit. Tot het begin van de namiddag hebben de officieren al hun ervaring met het ijs nodig om de zwakke zones te vinden in de grote met sneeuw bedekte ijsschots die ons helemaal omringt.
En dan is het gelukt: de Polarstern heeft eindelijk open water bereikt! De gespannen maar rustige sfeer van de laatste dagen slaat snel om. We vergaderen opnieuw, maar dit keer om de laatste details van de monstername vast te leggen die al herhaaldelijk werd uitgesteld. Alle wetenschappers bereiden koortsachtig de eerste monsttenames voor. Morgen gaan we aan de slag in het Larsen B-gebied!