Polarstern / CAML expeditie: de CAML-campagne
Zeekomkommer / Scotoplanes globos - Copyright: G. Chapelle / IPF / Alfred Wegener Institut © IPF / ALFRED WEGENER INSTITUT / G. CHAPELLE
© International Polar Foundation
De zeebodem onder de ijsschotsen is erg moeilijk te bereiken. De dieren die er leven, voeden zich uitsluitend met wat de stromingen onder het ijs aanvoeren. Als er een ijsschots verdwijnt, keren achtereenvolgens het licht, fytoplankton, zoöplankton terug en uiteindelijk ook de dieren die op de zeebodem leven en zich voeden met de "planktonregen". De terugkeer van deze rijke en gediversifieerde fauna die zo typisch is voor de zeebodem op Antarctica, wordt echter vaak verstoord door de werking van de ijsbergen die ontstaan uit de uiteenvallende ijskappen.
Daarom bood het recente afbreken van de Larsen A & B ijskappen twee kansen:
- De eerste: we krijgen toegang tot deze omgeving en de fauna waarover nog weinig bekend is
- De tweede: we kunnen de verschillende stappen van het herkolonisatieproces volgen
Al deze elementen vormen de context van het Polarstern onderzoeksprogramma dat wordt georganiseerd met de steun van CAML (Census of Antarctic Marine Life). In hun poging om inzicht te krijgen in de evolutie van deze specifieke fauna hebben wetenschappers zogenoemde "stations" ingericht. Voor elk van de stations worden zoveel mogelijk verschillende bemonsteringsinstrumenten gebruikt, elk met hun eigen specifieke kenmerken. De fotogalerij toont de activiteiten van de wetenschappers en het materiaal dat ze in elk van deze "stations" gebruiken.
Snapshots - per station - van de intensieve CAML-campagne
"STATION ZUID" (11, 12 EN 20 JANUARI)
Roos hydrokoraal is de dominante soort van de dierengemeenschappen die hier op de rotsachtige zeebodem leven. Dit station bevindt zich rechts van de kustlijn op de voormalige Larsen B ijskap, zoals ze was voor de ineenstorting in 2002. Het herkolonisatieproces begon hier meer dan tien jaar geleden, na de allereerste fase in de afbraak van de ijskap. Op de eerste dag van ons verblijf op Larsen B gebruikte Enrique zijn sedimentval die 10 dagen onder water bleef. Elke fles bevat 3 dagen gehersuspendeerde sedimenten en ophoping van planktonregen (flessen nr. 4 en 5 werden niet gebruikt).
"STATION WEST" (13 EN 16 JANUARI
Het dier dat Marzia vasthoudt, is een zeekomkommer van de groep Holothuroidea die verwant is aan de zeesterren. Dit is een zeer speciale zeekomkommer, Scotoplanes globosa, een soort die in de diepzee leeft!
Tot verrassing van Julian (Julian is de expert van de groep) werd de Scotoplanes globos eerst gezien op een diepte van 250m, vlak voor de gletsjer. We konden hem observeren dankzij de ROV-videocamera die vanuit de controlekamer werd bediend. Dit dier was de eerste aanwijzing van affiniteiten tussen de diepzeefauna en dieren die vroeger onder de nu verdwenen ijskap leefden. We troffen de zeekommer aan in het hele gebied en de wetenschappers gaven hem het koosnaampje "piggy"..
"STATION CENTRUM" (14, 15 EN 17 JANUARI)
De ster van dit station op grote diepte (800 meter) was een nog niet geïdentificeerde mossel, die in symbiose leeft met bacteriën die gebruik maken van het methaan dat op bepaalde plaatsen uit de oceaanbodem sijpelt en die dus zijn energie niet (in)direct uit zonlicht haalt (zoals de meeste levende organismen op aarde). We vonden alleen trossen lege schelpen: die dieren zijn vermoedelijk gestorven toen de gasdoorsijpeling ophield. We brachten enkele kostbare schelpen en delen van schelpen naar de oppervlakte met verschillende instrumenten, zoals de "multi-box corer" van Americo, die ook door een videocamera werd geleid.
" STATION NOORD" (18 EN 19 JANUARI)
Om onduidelijke redenen verliep het herkolonisatieproces in dit station erg snel, in dit geval door een soort zakpijp waarvan bekend is dat ze zich installeert op afgesleten plekken in de zeebodem die zijn ontstaan door het schuren van de ijsbergen. Ascidiacea of zakpijpen zijn filtervoedende ongewervelde dieren die van alle ongewervelde dieren het meest verwant zijn met de mens. Ze worden vaak een substraat voor meer mobiele dieren, zoals deze kleine slangsterren met hun dunne armen, die verwant zijn met zeesterren. Er werden verschillende Ascidiacea verzameld met behulp van een Agassiz-sleepnet.
LARSEN A (21 EN 22 JANUARI)
Tien dagen nadat we voor het eerst tevergeefs hadden getracht het te bereiken, stoomden we nu zonder moeilijkheden naar het volgende gebied in het CAML-programma ten noorden van Larsen B. De Larsen A-ijskap stortte ineen in verschillende fasen vanaf 1995, zodat het herkolonisatieproces er verder gevorderd was. Toch troffen we een prachtige en nog ongeïdentificeerde zeester aan die eveneens tot een groep met diepzee-affiniteit behoorde en die eerder in alle Larsen B habitats was aangetroffen. De zachte sedimenten die Armin en Maarten met hun MUC verzamelden, bevatten kleine organismen: copepoden en nematoden.