Welke energiebronnen gebruiken de Inuits?
We vragen ons vaak af hoe de Inuits, die in het uiterste noorden van Canada leven, zich in leven houden en welke energievormen ze gebruiken. De Inuits zijn immers volledig afhankelijk van de omgeving waarin ze leven. Ze hebben geen groentetuinen en eten hoofdzakelijk zeehonden-, walvissen- en ijsberenvlees. Vooral zeehondenvet, dat in grote hoeveelheden net onder de huid van de dieren zit en dat hen beschermt tegen de koude, was de belangrijkste energiebron voor de mensen in deze afgelegen gebieden. Overal gebruikten men olielampen. Door olielampen te gebruiken wordt alles zwart omdat de rook zwarte aanslag achterlaat. Maar vroeger moesten de Inuits ze wel gebruiken. Vandaag wordt zeehondenvet gelukkig niet langer als brandstof gebruikt. In het verre Noorden leven de mensen vooral in dorpen die ongeveer hetzelfde niveau van comfort hebben als onze Westerse samenleving. Ze beschikken nu ook over olie als energiebron.
De Inuits waren ongelooflijk goed in staat om te overleven in een omgeving waarin dit onmogelijk lijkt. Het is er het hele jaar door koud, er is geen aarde en alles is er keihard bevroren. De mensen uit het verre Noorden hebben zich op een unieke manier aan de poolomgeving aangepast. Vandaag vinden ze het eerder moeilijk om zich aan te passen aan een andere manier van leven dan hun traditionele leven als nomaden, jagers en vissers. De klimaatverandering zal het voor de Inuits ongetwijfeld nog moeilijker maken. Op een dag zal het pakijs in de poolgebieden echt verdwenen zijn en dat zal de manier van leven en overleven van deze mensen vernietigen.