Energie meten
Energiebronnen zijn water, zon en de wind, evenals bepaalde stoffen zoals voeding, olie en uranium. Elk van deze bronnen wordt met verschillende maateenheden gemeten (calorieën, liter, kilo, enz.).
In 1849 werd voor het eerst met zekerheid vastgesteld dat de totale hoeveelheid energie hetzelfde blijft voor en na de omzetting in een andere vorm van energie (rekening houdend met het verlies via warmte). Dat betekend dat we verschillende vormen van energie met elkaar zouden kunnen vergelijken.
De eenheid voor het meten van energie is de joule. Eén joule vertegenwoordigt slechts een zeer kleine hoeveelheid energie. Daarom gebruiken we andere, grotere, eenheden om energie te beschrijven (kilojoule, megajoule, kilowattuur of "ton olie-equivalent").